De arbodiensten slaan alarm naar aanleiding van het aanhoudende personeelstekort in Nederland. Bij de start van de Week van de Werkstress wordt benadrukt dat preventie van mentale klachten belangrijker moet worden en dat het kabinet hierin een rol moet spelen door middel van financiële steun.
Eén op de zeven Nederlanders kampt met burn-outklachten, zo is te lezen bij AD, dat cijfers ophaalt van het CBS en TNO. In totaal komt dat neer op zo'n 1,3 miljoen Nederlanders. Daarmee is de hoeveelheid mensen met werkgerelateerde psychische klachten gegroeid naar het niveau waar het op zat voorafgaand aan de coronavirus-pandemie.
Dit kost werkgevers veel geld. Psychische klachten leidden tot maar liefst 11 miljoen ziektedagen in 2021, wat neerkomt op een kostenplaatje van bijna 3 miljard euro. Niet alleen is het voor medewerkers dus vervelend wanneer de werkdruk te hoog ligt, ook werkgevers voelen de te hoge werkdruk in de portemonnee.
Des te belangrijker is het om dit probleem bij de kern aan te pakken. Elwin Wolters, directeur bij OVAL, de branchevereniging van arbodiensten en reïntegratiebedrijven, stelt dat flexibiliteit een oplossing is: "Als iemand zijn of haar kind eerst naar de crèche kan brengen en de gemiste werktijd 's avonds kan inhalen, neemt dat een hoop stress weg."
Toch is dit enkel symptoombestrijding. Het ware probleem zit hem namelijk in het feit dat de werkdruk structureel te hoog ligt. Medewerkers zijn veel tijd kwijt aan saai, repetitief werk dat ook door virtuele medewerkers gedaan kan worden. Agenda's zitten daardoor overvol, en duur personeel houdt zich bezig met de minder belangrijke zaken. Automatiseren is hier de oplossing.